neep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neep

Werkwoord

vervoeging van
nijpen

neep

  1. enkelvoud verleden tijd van nijpen
    • Ik neep. 
    • Jij neep. 
    • Hij, zij, het neep. 
Anagrammen

Gangbaarheid

23 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be