nežádají

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /nɛʒaːdajiː/
Woordafbreking
  • ne·žá·da·jí

Werkwoord

nežádají

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord nežádat