Naar inhoud springen

nastaar

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 16 jul 2018 om 20:09 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *na·staar {{-verb-|0}} {{1ps-bijz|nastaren...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • na·staar
vervoeging van
nastaren

nastaar

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nastaren
    • ... dat ik nastaar.