nastřílel

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /nastr̝̊iːlɛl/
Woordafbreking
  • na·stří·lel

Werkwoord

nastřílel

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord nastřílet
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord nastřílet