naslouchám

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /naslou̯xaːm/
Woordafbreking
  • na·slou·chám

Werkwoord

naslouchám

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord naslouchat