narušuje

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /narʊʃʊjɛ/
Woordafbreking
  • na·ru·šu·je

Werkwoord

narušuje

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord narušovat