narostlo

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /narɔstlɔ/
Woordafbreking
  • na·rost·lo

Werkwoord

narostlo

  1. onzijdig derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord narůst
  2. onzijdig enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord narůst