nadacht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·dacht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nadenken |
nadacht
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nadenken
- ... dat ik nadacht.
- ... dat jij nadacht.
- ... dat hij, zij, het nadacht.
- ... dat ik nadacht.
vervoeging van |
---|
nadenken |
nadacht