nadacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·dacht

Werkwoord

vervoeging van
nadenken

nadacht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nadenken
    • ... dat ik nadacht. 
    • ... dat jij nadacht. 
    • ... dat hij, zij, het nadacht.