nacionalice

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
nacionalizar

nacionalice

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacionalizar