naamtekende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naamtekende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- naam·te·ken·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naamtekenen |
naamtekende
- enkelvoud verleden tijd van naamtekenen
- Ik naamtekende.
- Jij naamtekende.
- Hij, zij, het naamtekende.
- Ik naamtekende.