mummificeerde
Uiterlijk
- mum·mi·fi·ceer·de
vervoeging van |
---|
mummificeren |
mummificeerde
- enkelvoud verleden tijd van mummificeren
- Ik mummificeerde.
- Jij mummificeerde.
- Hij, zij, het mummificeerde.
- Ik mummificeerde.
- Het woord mummificeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.