moge
- Geluid: moge (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈmoχə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmoɣə/
- mo·ge
vervoeging van |
---|
mogen |
moge
- aanvoegende wijs van mogen
- Dat de ziel van Maria in ieder van u moge zijn.
- Moge de beste winnen.
- Ik moge de geachte afgevaardigde erop wijzen dat hij mij verkeerd heeft geciteerd.