miskeken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·ke·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
miskijken

miskeken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van miskijken
    • ...dat wij miskeken. 
    • ...dat jullie miskeken. 
    • ...dat zij miskeken. 
vervoeging van
miskijken

miskeken

  1. meervoud verleden tijd van miskijken
    • Wij miskeken. 
    • Jullie miskeken. 
    • Zij miskeken. 
  2. voltooid deelwoord van miskijken

Gangbaarheid