miniseerde
Uiterlijk
- Geluid: miniseerde (hulp, bestand)
- mi·ni·seer·de
vervoeging van |
---|
miniseren |
miniseerde
- enkelvoud verleden tijd van miniseren
- Ik miniseerde.
- Jij miniseerde.
- Hij, zij, het miniseerde.
- Ik miniseerde.
- Het woord miniseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.