microdoseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·cro·do·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
microdoseren |
microdoseerde
- enkelvoud verleden tijd van microdoseren
- Ik microdoseerde.
- Jij microdoseerde.
- Hij, zij, het microdoseerde.
- Ik microdoseerde.