meevoelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·voel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meevoelen |
meevoelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meevoelen
- ... dat ik meevoelde.
- ... dat jij meevoelde.
- ... dat hij, zij, het meevoelde.
- ... dat ik meevoelde.