meerekende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meerekende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·re·ken·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meerekenen |
meerekende
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meerekenen
- ... dat ik meerekende.
- ... dat jij meerekende.
- ... dat hij, zij, het meerekende.
- ... dat ik meerekende.
Gangbaarheid
- Het woord meerekende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.