meelazen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·la·zen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meelezen |
meelazen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meelezen
- ...dat wij meelazen.
- ...dat jullie meelazen.
- ...dat zij meelazen.
- ...dat wij meelazen.
vervoeging van |
---|
meelezen |
meelazen