maximaliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maxi·ma·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
maximaliseren

maximaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van maximaliseren
    • Ik maximaliseerde. 
    • Jij maximaliseerde. 
    • Hij, zij, het maximaliseerde.