Naar inhoud springen

matigde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 30 apr 2017 om 15:37 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·tig·de

Werkwoord

vervoeging van
matigen

matigde

  1. enkelvoud verleden tijd van matigen
    • Ik matigde. 
    • Jij matigde. 
    • Hij, zij, het matigde.