massificeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mas·si·fi·ceer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
massificeren |
massificeerde
- enkelvoud verleden tijd van massificeren
- Ik massificeerde.
- Jij massificeerde.
- Hij, zij, het massificeerde.
- Ik massificeerde.
Gangbaarheid
- Het woord massificeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.