Naar inhoud springen

maskerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 30 apr 2017 om 15:24 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·ker·de

Werkwoord

vervoeging van
maskeren

maskerde

  1. enkelvoud verleden tijd van maskeren
    • Ik maskerde. 
    • Jij maskerde. 
    • Hij, zij, het maskerde. 
Verwante begrippen