Naar inhoud springen

marlden

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 25 feb 2016 om 11:08 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • marl·den
vervoeging van
marlen

marlden

  1. meervoud verleden tijd van marlen
    • Wij marlden. 
    • Jullie marlden. 
    • Zij marlden.