Naar inhoud springen

marchite

Uit WikiWoordenboek
vervoeging van
marchitar

marchite

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
vervoeging van
marchitarse

marchite

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse