marchitéis

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
marchitar

marchitéis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitar
vervoeging van
marchitarse

marchitéis

  1. aanvoegende wijs tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van marchitarse