marchitásemos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
marchitar

marchitásemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van marchitar
vervoeging van
marchitarse

marchitásemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van marchitarse