maiskolven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maiskolven (hulp, bestand)
- IPA: /ˈmɑjskɔlvə(n)/
Woordafbreking
- mais·kol·ven
Woordherkomst en -opbouw
- maiskolf met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de maiskolven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord maiskolf
Synoniemen
- maïskolven (andere uitspraak)[1]