machineerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·chi·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
machineren |
machineerden
- meervoud verleden tijd van machineren
- Wij machineerden.
- Jullie machineerden.
- Zij machineerden.
- Wij machineerden.
vervoeging van |
---|
machineren |
machineerden