míní

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /miːɲiː/
Woordafbreking
  • mí·ní

Werkwoord

míní

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord mínit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord mínit