Naar inhoud springen

luiwammeste

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 03:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *lui·wam·mes·te {{-verb-|0}} {{ovt-enk|l...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • lui·wam·mes·te
vervoeging van
luiwammesen

luiwammeste

  1. enkelvoud verleden tijd van luiwammesen
    • Ik luiwammeste. 
    • Jij luiwammeste. 
    • Hij, zij, het luiwammeste.