Naar inhoud springen

lossprongen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 27 jun 2017 om 03:43 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *los·spron·gen {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bijz...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • los·spron·gen

Werkwoord

vervoeging van
losspringen

lossprongen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van losspringen
    • ...dat wij lossprongen. 
    • ...dat jullie lossprongen. 
    • ...dat zij lossprongen.