Naar inhoud springen

losbrandden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mrt 2018 om 11:00 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *los·brand·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bijz...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • los·brand·den
vervoeging van
losbranden

losbrandden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van losbranden
    • ...dat wij losbrandden. 
    • ...dat jullie losbrandden. 
    • ...dat zij losbrandden.