lokalizovali
Uiterlijk
- IPA: /lɔkalɪzɔvalɪ/
- lo·ka·li·zo·va·li
lokalizovali
- bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het (im)perfectieve werkwoord lokalizovat
- bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het (im)perfectieve werkwoord lokalizovat