licenciar
Uiterlijk
- li·cen·ciar
licenciar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
licenciar |
licenciaba |
licenciado |
volledig |
- overgankelijk toestemming verlenen (aan), vergunning geven (aan)
- ontslaan uit militaire dienst
- de doctorandustitel verlenen (aan), de licenciaatstitel verlenen (aan)