leegplunderden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leeg·plun·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
leegplunderen |
leegplunderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van leegplunderen
- ...dat wij leegplunderden.
- ...dat jullie leegplunderden.
- ...dat zij leegplunderden.
- ...dat wij leegplunderden.