leegplunderden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·plun·der·den

Werkwoord

vervoeging van
leegplunderen

leegplunderden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van leegplunderen
    • ...dat wij leegplunderden. 
    • ...dat jullie leegplunderden. 
    • ...dat zij leegplunderden.