leegkocht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·kocht

Werkwoord

vervoeging van
leegkopen

leegkocht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van leegkopen
    • ... dat ik leegkocht. 
    • ... dat jij leegkocht. 
    • ... dat hij, zij, het leegkocht.