leegkocht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leeg·kocht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
leegkopen |
leegkocht
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van leegkopen
- ... dat ik leegkocht.
- ... dat jij leegkocht.
- ... dat hij, zij, het leegkocht.
- ... dat ik leegkocht.