lamsla
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lam·sla
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lamslaan |
lamsla
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamslaan
- ... dat ik lamsla.
vervoeging van |
---|
lamslaan |
lamsla
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van lamslaan
- ... dat men lamsla.