laboreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: laboreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- la·bo·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
laboreren |
laboreerde
- enkelvoud verleden tijd van laboreren
- Ik laboreerde.
- Jij laboreerde.
- Hij, zij, het laboreerde.
- Ik laboreerde.