lékst

Uit WikiWoordenboek

IJslands

Uitspraak

Werkwoord

lékst

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leika

Werkwoord

lékst

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leikast

lékst

  1. tweede persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leikast

lékst

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van leikast