léčí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /lɛːtʃiː/
Woordafbreking
  • lé·čí

Werkwoord

léčí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord léčit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord léčit