kwadreerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kwadreerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kwa·dreer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwadreren |
kwadreerde
- enkelvoud verleden tijd van kwadreren
- Ik kwadreerde.
- Jij kwadreerde.
- Hij, zij, het kwadreerde.
- Ik kwadreerde.