kritiseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kri·ti·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kritiseren |
kritiseerden
- meervoud verleden tijd van kritiseren
- Wij kritiseerden.
- Jullie kritiseerden.
- Zij kritiseerden.
- Wij kritiseerden.
vervoeging van |
---|
kritiseren |
kritiseerden