kristalliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kris·tal·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kristalliseren |
kristalliseerden
- meervoud verleden tijd van kristalliseren
- Wij kristalliseerden.
- Jullie kristalliseerden.
- Zij kristalliseerden.
- Wij kristalliseerden.