kristalliseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kris·tal·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
kristalliseren

kristalliseerden

  1. meervoud verleden tijd van kristalliseren
    • Wij kristalliseerden. 
    • Jullie kristalliseerden. 
    • Zij kristalliseerden.