kriskraste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kriskraste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kris·kras·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kriskrassen |
kriskraste
- enkelvoud verleden tijd van kriskrassen
- Ik kriskraste.
- Jij kriskraste.
- Hij, zij, het kriskraste.
- Ik kriskraste.