kreeg bij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kreeg bij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijkrijgen |
kreeg bij
- enkelvoud verleden tijd van bijkrijgen
- Ik kreeg bij.
- Jij kreeg bij.
- Hij, zij, het kreeg bij.
- Ik kreeg bij.
vervoeging van |
---|
bijkrijgen |
kreeg bij