koloniseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koloniseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ko·lo·ni·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koloniseren |
koloniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koloniseren
- Ik koloniseer.
- gebiedende wijs van koloniseren
- Koloniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koloniseren
- Koloniseer je?