Naar inhoud springen

koesterde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 23 feb 2016 om 05:04 (audio nld, IPA nld)
  • koes·ter·de
vervoeging van
koesteren

koesterde

  1. enkelvoud verleden tijd van koesteren
    • Ik koesterde. 
    • Jij koesterde. 
    • Hij, zij, het koesterde.