knuppelde dood

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knup·pel·de dood

Werkwoord

vervoeging van
doodknuppelen

knuppelde dood

  1. enkelvoud verleden tijd van doodknuppelen
    • Ik knuppelde dood. 
    • Jij knuppelde dood. 
    • Hij, zij, het knuppelde dood.