knipte op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knip·te op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opknippen |
knipte op
- enkelvoud verleden tijd van opknippen
- Ik knipte op.
- Jij knipte op.
- Hij, zij, het knipte op.
- Ik knipte op.
vervoeging van |
---|
opknippen |
knipte op