klokkijkend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: klokkijkend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- klok·kij·kend
Werkwoord
vervoeging van: | klokkijken |
verbogen vorm: | klokkijkende |
klokkijkend
vervoeging van: | klokkijken |
verbogen vorm: | klokkijkende |
klokkijkend